1920-1930 Doorlopen
Na de Eerste Wereldoorlog duurt het nog een paar jaar voor het globetrotten weer wordt opgepakt, maar dan gaat het ook hard. Talloze jonge Nederlanders trekken er weer op uit. Vooral in de jaren 1923, 1924 en 1925 komt er een enorme stroom op gang. Er zijn zo veel globetrotters die hun portretkaarten willen verkopen dat ze zich op allerlei manieren van andere wereldreizigers proberen te onderscheiden. Menigeen trekt weer een Volendammerkostuum aan of sjouwt een opmerkelijk attribuut met zich mee.
1920
Het gezin Meijer (man, vrouw en dochter) trekt in 1920 en 1921 met een woonwagen door Nederland van kermis naar kermis. Ze beweren dat ze op wereldreis zijn en niet alleen in Rusland en Amerika, maar ook in Oost-, West- en Engels-Indië zijn geweest. In hun woonwagen hangen portretten van ‘vreemde vorsten’ waar ze gedurende hun reis aan zijn voorgesteld. Ze trekken veel bekijks omdat de moeder van het gezin met een lengte van 98 centimeter ‘de kleinste dame van Nederland’ is. Haar dochter en man zijn van gewone lengte.
1921
Jan Keuning uit het Friese Joure, kelner van beroep, slaat in 1913 aan het wereldwandelen, maar moet dit door de Eerste Wereldoorlog al snel opgeven. Jan trouwt in 1909, maar dit weerhoudt hem er niet van om in 1921 er in zijn eentje vandoor te gaan. Hij wandelt door Nederland, België, Luxemburg en Zwitserland en vertoeft in 1923 in Frankrijk. Hij draagt de Nederlandse vlag over zijn borst en heeft om zijn arm een witte band met de tekst ‘Tour du monde à pied’. In Frankrijk trekt hij een tijdje op met de wandelveteraan Willem van der Hoeven.
1921
B. Rijken en M. B. Osendorp jr. (of Osendarp) beginnen in 1921 in Den Haag aan hun wandelreis. Wanneer ze in zes jaar tijd de wereld weten om te wandelen kunnen ze een bedrag verdienen van tweehonderdduizend gulden. De Fransen vinden het in 1923 maar een domme weddenschap (‘un pari stupide’).
1921
G.J. van der Spek vertrekt met de globetrotter S. A. Heldoorn in november 1921 vanuit Rotterdam voor een wereldreis te voet. Door hun aparte reiskleding en oranje sjerpen trekken ze veel bekijks. In Marseille moeten de ‘twee ondernemende jongelui’ de reis afbreken, maar in 1922 probeert Van der Spek het ‘vol hoop en frisschen moed’ opnieuw.
1921
De idealistische Gijsbertus Seubring en Ruurd Stoeltje stappen in 1921 op hun Hima-fietsen en beginnen aan een wereldreis. Ze gaan het Esperanto verspreiden. Jaren later loopt Seubring van Noord- naar Zuid-Afrika. Stoeltje duikt op in Nederlands-Indië.
1922
Dolf (Adolf Frederik) de Groot heeft het in 1921 dik voor elkaar. Hij staat op het punt om met een lief meisje te trouwen en heeft hun huis helemaal ingericht. Tot zijn verbijstering maakt zijn geliefde het echter uit. Hij besluit met een gebroken hart naar Amerika te fietsen. In oktober 1922 vertrekt hij uit Amsterdam om via Duitsland, Denemarken, Noorwegen, Zweden en Finland (met veel sneeuw en strenge vorst) naar Rusland te rijden. Van de Russen krijgt hij geen toestemming om de grens te passeren, waarna hij zijn route vervolgt via Estland en Letland.
1922
In 1922 worden de sergeanten H.W.M. Gallé en John H. Mair bij het Indische leger wegbezuinigd. Ze besluiten een wereldreis te maken en tippelen door Nederlands- en Brits-Indië. In oktober 1923 maken ze de oversteek naar Nederland en voorzien hier in hun onderhoud door de verkoop van portretkaarten en het zingen van levensliedjes in bioscopen.
1922
Het echtpaar Gerbrand Wijdenes en Adriana Hoogstraten zet het in december 1922 op een lopen. In de loop der tijd maken ze gebruik van uiteenlopende vervoermiddelen, waaronder fietsen, motorfietsen en auto’s en bezoeken ze meerdere werelddelen.
1922
Wanneer ze zonder werk komen te zitten trekken de ‘avontuurlijk aangelegde kameraden’ Joh. M. (Johan Marie) Bennik, H. G. (Hermanus Gerardus?) Duwaer en C. Noppen, verkleed als Volendammervissers, met een woonwagen de wereld in. Met karikatuurtekenen, musiceren en fotograferen voorzien ze in hun onderhoud.
1922
Cornelis Nicolaas Hofman en Neeltje Blokker zijn aanhangers van de theosofie. In 1922 en 1923 doorkruisen ze met hun twee jonge kinderen een groot deel van Europa. Daarna is Noord-Afrika aan de beurt. Ze keren even terug naar Nederland, maar vertrekken dan naar Canada en de Verenigde Staten.
1922
De broers Constant en Charles Nefkens zien eruit als een rasechte Volendammers, maar komen uit Leeuwarden. Ze zijn kunstschilder en sneltekenaar en zijn een weddenschap aangegaan. Tijdens hun vijfjarige voetreis moeten ze 1750 verschillende schetsen maken. Een paar tekeningen zijn te vinden op: https://www.eindhoveninbeeld.com/
1923
Frederik Karel Kloekke uit Zwolle, besluit in 1923 met een kameraad (A.A. van den Bos) in zes jaar tijd onze globe rond te wandelen, zonder geld, maar met briefkaarten. Zijn vriend laat het al snel afweten, wat Kloekke in de problemen brengt. Op de briefkaarten staan immers twee personen terwijl hij overal in zijn eentje komt aanzetten.
1923
Dirk Kouwenberg gaat in 1922 failliet en besluit een jaar later met zijn vrouw en twee kinderen een voetreis door Europa te maken. Om aandacht te trekken sjorren ze een enorme ton met zich mee.
1923
In 1923 slaat een drietal jonge Amsterdammers, René Kramer, Bouke van Dijk en Nico Veen, aan het wereldwandelen. Ze zijn ‘slachtoffers der werkloosheid’ en besluiten er met portretkaarten op uit trekken.
1923
Charles Takkenberg is misschien wel de origineelste ‘wereldwandelaar’ van allemaal. Hij wil opvallen en besluit zijn tocht duikelend te maken. Hij haalt er het Polygoon-journaal mee. Al koprollend arriveert hij in februari 1925 in Marseille.
1923
Otto van Tuyl, zelfbenoemd filmster, vertrekt in 1923 voor een wereldreis. Hij is van plan via Afrika naar Amerika te wandelen. De reis zal vijf jaar in beslag nemen. Een zekere B. Kramer (ook al een filmster) voegt zich bij hem. Zoals de kaart laat zien kwam het tweetal Engeland niet in.
1923
In 1925 komt het bericht dat ‘… de heeren Jacobus en Hendriks, Nederlandsche wereldloopers, die reeds anderhalf jaar op pad zijn’ zijn aangekomen in Rome. Hun wereldreis te voet moet negen jaar duren en dan hopen ze in het vaderland terug te zijn. ‘… ze zijn gekleed in kaki-pak en dragen de Nederlandsche driekleur als cingel om het lijf’.
1923
De geboren Rotterdammer Lambertus (Bertus) Thijs droomt al jaren van een wereldreis per auto. Helaas blijft het bij een droom, want hij heeft geen geld voor een wagen. In 1923 wil hij niet langer wachten en begint met een wandelreis door Nederland. Hij wil de elf provincies zigzagsgewijs doortrekken en zo ongeveer 2.500 kilometer afleggen. Naarmate zijn plannen concreter worden melden zich allerlei figuren die met hem mee willen. Zijn keus valt uiteindelijk op de 27-jarige Simon Bosman. Na de reis door Nederland zullen ze samen de wijde wereld intrekken. Dat het allemaal anders zal lopen, weet Bertus dan nog niet.
1923
Simon Bosman begint zijn wereldwandeling in het gezelschap van Bertus Thijs. Na samen een groot deel van Nederland te zijn doorgewandeld gaat Simon zijn eigen weg. Via Griekenland, Egypte en Syrië belandt hij in Nederlands-Indië. Daar vinden ze hem maar een arrogante oplichter.
1923
André Driessen trekt twee jaar met Dirk van der Toorn door Europa, daarna gaat hij alleen op stap. Hij is al snel in het gezelschap van Paula, een charmante jongedame waarmee hij Europa, Azië, Australië en Afrika doorkruist. In 1927 is het duo op weg naar Rusland.
1923
Over de ‘romantische’ belevenissen van de Scheveningse wereldreiziger Dirk van der Toorn is veel bekend. Hij gaf boekjes in eigen beheer uit waarin hij zijn bloedstollende avonturen beschrijft, waaronder een knokpartij met een luipaard.
1923
In 1923 vertrekt Jan Vet uit de Amsterdamse Jodenhoek voor een wereldreis die vier jaar moet duren. Al wandelend duwt hij een ton voor zich uit met reclame voor Van Vollenhoven-bier en trekt er ongelooflijk veel bekijks mee.
1923
Jacob Jooren (stoffeerder), Petrus Johannes van Aanhout (slagersknecht) en Simon Wildenberg (beroep onbekend) vertrekken op 28 juni 1923 vanuit Breda in padvindersuniform. Alledrie zonder een cent op zak. Nadat ze Nederland, België en Frankrijk hebben doorkruist, gaan ze via Zwitserland in de richting van Italië. Wildenberg is dan al wegens ziekte afgehaakt en Jooren belandt in Bern in het ziekenhuis. Omdat ze geen cent te makken hebben brengen ze soms de nacht door in een politiecel.
1923
Jacobus Kortrijk besluit tijdens zijn wereldwandeling hoofdzakelijk van vruchten te leven. Hij is lid van de Nederlandschen Vegetariërsbond en wil laten zien dat ook vegetariërs sterk genoeg zijn om vijftigduizend kilometer te lopen. Zijn herdershond Leo, loopt mee.
1923
De jongemannen W. Kaagman, J.J.N. de Jong en C.J. Schats, drie werklozen uit Alkmaar, willen met een woonwagen door Europa trekken. Helaas komt het plan niet van de grond. J.J.M. de Jong fantaseert in de Alkmaarsche Courant hoe de jongens op het idee zijn gekomen (‘Met een woonwagen door Europa. Lotgevallen van drie werkloozen’).
1923
A.M. (Anton) Zonhoven en J. W. A. Grimmelikhuyse uit Utrecht beginnen in mei 1923 aan een wereldvoetreis. Grimmelikhuyse trekt op een bepaald moment alleen verder en Zonhoven vervolgt zijn reis met J.F.H. Boddens (zie portretkaart) en (later) met de vegetariër en ‘wereldrondstapper’ Kortrijk. In Grenoble wordt Kortrijk ziek en trekken Boddens en Zonhoven samen verder. Ze lopen door België, Frankrijk, Spanje, Zwitserland en Luxemburg om daarna weer in Nederland terug te keren.
1923
De ‘journalisten’ J. (Jacob) Puister en S. Kramer, uit respectievelijk Amsterdam en Broek in Waterland, vertrekken in maart 1923 op een tandem voor een studiereis. In 1927 zijn ze weer in Nederland en vertellen dat ze 24.000 kilometer door Europa en Afrika hebben afgelegd. Een controleboek met duizenden stempels laat zien waar ze allemaal zijn geweest. Ze willen door naar Indië.
1923
De anarchist Bernard Schriever maakt eerst een rondje door Nederland en begint dan 16 maart 1925 met zijn vrouw aan een wereldreis. Het echtpaar vertrekt in degelijke wandelkostuums en met allebei een gedeukte, stoere hoed.
1923
De gepensioneerde onderofficieren van het Nederlands-Indische leger W. P. Vink en C. Dijkstra hebben een mager pensioentje en kunnen geen werk vinden. Ze besluiten met twee honden naar Nederlands-Indië te fietsen. De globe-fietsers komen tot Marseille ‘… maar toen waren de twee herdershonden (…) versleten.’
1924
Anne Jans Keikes, Rud. A. Faber en een zekere Landeman (of Londemann) beginnen in 1924 aan een wereldreis op de fiets. Keikes en Faber gaan op een bepaald moment uit elkaar, maar weten allebei na de nodige omzwervingen Nederlands-Indië te bereiken.
Faber is niet alleen wereldreiziger, maar ook filatelist en verzamelt overal waar hij komt postzegels, stempels en curiositeiten op filatelistisch gebied.
Naar de prestatie van Keikes wordt in Indië met ontzag gekeken en zijn naam klopt met wat hij doet: ‘Keikes!! Een mooie naam voor iemand die overal eens een kijkje wil nemen.’
1924
De oud-padvinders W.R. Bak, Br. Hagoort en W.J.A. van Willigenburg, ‘drie flinke Hollandsche jongemannen’ uit Rotterdam beginnen in maart 1925 aan een wereldvoetreis.
In oktober 1927 gaat Bak er opnieuw vandoor. Ditmaal met een zelf geknutselde ‘vliegende Hollander’ (‘een zonderling gevaarte’) in het gezelschap van A. P. Heijmans.
1924
Bertus Jacobi en Piet Dekkers uit Beekbergen maken in 1924 een wereldvoetreis. Wanneer ze terug zijn beginnen ze op de fiets, later met een autobus, reclame te maken voor radio’s. Ze knutselen een ‘rijdende radioinrichting’ in elkaar en toeren ermee van stad naar stad.
1924
De Rotterdammers J. (Johannes) van Frankfoort en N. Koevoet doorlopen een glansrijke globetrottercarrière. Ze vertrekken in 1924 en lopen jarenlang door Europa en Afrika (van Noord naar Zuid).
1924
Addi du Pré vertrekt uit Rotterdam als Volendammer-visser. Wanneer hij in Brussel arriveert plaatst Het Laatste Nieuws (7 mei 1924) een artikel met foto. Volgens de krant getuigt zijn optreden ‘van overdadigen levenslust’. Hij treedt onderweg op met liedjes en dansjes.
1924
De Amsterdammers Willem Karel Faber, Nicolaas Scheffer en een zekere Plakké, ‘flink uit de kluiten gewassen kerels’, gaan in Volendammerklederdracht vanuit Amsterdam op stap. Ze willen naar Engeland maar worden daar niet toegelaten. Vervolgens gaan ze via België, Frankrijk en Italië naar Afrika. Scheffer krijgt al snel heimwee en keert terug naar huis. Het resterende duo trekt in hun ‘pittoresque costume’ door Frankrijk.
Het drietal krijgt een artikel, met foto, in Het Laatste Nieuws op 10 mei 1924.
1924
Twee Amsterdammers, H. (Hendrik) Dolstra en C. (Cornelius?) Heijm besluiten in juni 1924 op stelten naar Parijs te wandelen. Het tweetal weet op ‘hooge pooten’ Noord-Frankrijk te bereiken, daarna verdwijnen ze uit de publiciteit.
1924
De broers Julius en Hendrik Marijnen uit Maastricht beginnen op 7 februari 1924 aan een wereldfietstocht die vijf jaar moet duren. Erg hard schieten ze niet op. Een journalist van het Eindhovensch dagblad noteerde: ‘Als de rest van de reis door Europa en de andere werelddeelen niet in vlugger tempo wordt afgelegd, zullen zij wel meer dan vijf jaren noodig hebben.’
1924
Jacob(us) van Oosbree gaat op pad om een ‘tehuis voor noodlijdenden’ te realiseren. De funderingsstenen van het gebouw draagt hij tijdens zijn wandeling op zijn schouders. Op zijn kaart poseert hij met de stenen op een soort stellage.
1924
In september 1924 gaan Petrus van der Kooij (stucadoor), zijn vrouw Maartje Bakker en hun pasgeboren kind samen met Jacob Mantel (los werkman) en zijn vriendin Anna Bakker op pad. Ze komen allemaal uit Hoorn en willen Europa door. Hun uitrusting zorgt voor spektakel. Ze vertrekken met ‘een groote rollende ton met de kleuren der Nederlandsche vlag’ met daarachter een wagentje op fietswielen voor de ‘kleinen wereldburger van 4 maanden’.
1924
De wereldwandelaar C.L.M. Markx hangt een wel heel fantastisch verhaal op. Hij beweert dat hij op 20 mei 1924 in Amsterdam aan een wereldreis van vijf jaar is begonnen omdat hij daarmee maar liefst vierhonderdduizend gulden kan winnen. Hij neemt het op tegen zes andere wandelaars die ook azen op het enorme geldbedrag. Markx onderneemt de tocht in gezelschap van zijn masseur Simon.
1924
Wanneer Simon Kramer en Johannes van Lingen vertrekken is niet helemaal duidelijk. In 1924 lijken de twee, verkleed als padvinders, voor het eerst op pad te gaan, maar in 1926 poseren ze in Düsseldorf als Volendammers met klompen bij een tandem met het opschrift ‘Reise um die Welt 1920-1928’. Ze ‘erregten’ er toen in de stad ‘allgemeines Aufsehen’ mee.
1924
‘Hij, zij, twee kindertjes, mitsgaders een speelsche hond, zijn met een welverzorgde trekkar op drie fietswielen 18 October uit Amsterdam een wereldreis begonnen’ schreef Het Vaderland over de familie Zeeland-Dekema.
1924
‘De 48-jarige Hollandsche tempelier S. van Oostrum alhier is gisteren zijn vierjaarsche voetreis begonnen. Hij zal alle rijken in Europa bezoeken, vooral die waar loge’s van tempelieren gevestigd zijn. Hij zal in zijn onderhoud voorzien door verkoop van prentkaarten, waarop zijn portret’ schreef de Dragtster Courant in december 1924.
Van Oostrum werd in of rond 1900 (hij was toen 24 jaar) veroordeeld voor landloperij.
1925
Dat niet alle globetrotters uit de grote stad komen bewijzen de broers Mathias (1901) en Johan Nievelstein (1903). Beiden komen uit Waubach (Ubach over Worms) in Limburg. Mathias en Johan besluiten in de zomer van 1925 een reis om de wereld te maken. Ze zijn ‘student’ en willen hun ervaringen op schrift stellen en later een boek of feuilleton uitbrengen (afbeelding: Johan).
1925
De socialistische wereldfietser Dirk van Dam (rechts op de portretkaart) vertrekt op 3 januari 1925. Fietsend en wandelend bereikt hij in 1927 Bombay in India. Dar wordt hij ernstig ziek. Hij reist naar huis om daarna weer snel aan een nieuwe fietstocht te beginnen. Ditmaal staat Scandinavië op het programma.
In Wereldwandelen! komen de avonturen van Dirk uitgebreid aan bod. Toch is er recent nieuwe informatie over Dirk naar boven gekomen.
1925
Pieter Appelboom en Gerritje Burggraaf gaan met de twee kinderen van Gerritje en een herdershond op stap. Met een driewielig karretje en een tent zwerven ze jarenlang door Europa.
1925
Twee Rotterdamse schoenmakersgezellen, E.H.D. van Stijn en J. van Breemen, raken in 1925 werkloos en besluiten samen op stap te gaan. E.H.D. van Stijn is ongetwijfeld de in Rotterdam geboren Everhardus Hendrikus Dingeman van Stijn (1900-1980). Ze trekken, eerst in een Volendammerkostuum, later in een cowboypak, door een groot deel van Europa en Noord-Afrika. In 1930 zijn ze terug.
1925
De hippie Jan de Leeuw (met baard, korte broek en sandalen) en zijn vrouw Suzanne Pool starten in april 1925 met een reis door Europa. Net als de familie Appelboom doen ze dat met een kar en een tent. De hele reis leven ze op een vegetarisch dieet.
1925
‘Wij vertrokken 6 October 1926, zonder geld op zak, in ons bezit 1000 photo’s, twee fietsen en wat kleeren. Wij waren gekleed in Volendammercostuum en wit geschuurde klompen, waarmee wij zeer veel bekijks hadden in Holland’, zo beschrijft J. Renswoude het begin van de tocht die hij samen met zijn vrouw vanuit Rotterdam onderneemt.
Nog even geduld a.u.b., er volgen nog meer globetrotters.